Universeel

Het boek begint met een verhaal over een gestolen goudbaar, dat later een succesvolle publicatie blijkt te zijn van journalist Hannah, die onderzoek heeft gedaan naar een gewetenloze bankier, een provocerende columnist en een radicaal anarchistische beweging. Hannahs succes komt onverwacht, na jaren van economische tegenslag en sociale uitsluiting; haar studievrienden zijn stuk voor stuk in rijkere kringen opgegroeid. Ze heeft aan den lijve ondervonden wat een verschil privilege maakt in je werkende en je sociale leven. Na een lang gehoopte reünie met haar vrienden, en uit gesprekken met de bankier, de anarchisten, de columniste en degene die de goudbaar heeft gestolen, wordt duidelijk welke ideeën er spelen in de maatschappij, de media en de culturele sector. En als alles is gezegd, blijft de vraag: wie spreekt de waarheid? En wie bepaalt wat die waarheid is? Hieronder een tirade van de columniste met de scherpe tong.


✻ ✻ ✻


‘Mensen – en dit zul je zelf zien als je even echt naar ze kijkt. Ze goed bekijkt, bedoel ik. De mensen om je heen bestudeert. Observeert wie ze zijn; wat ze zeggen en doen. Die vrouw daar bijvoorbeeld, links van mij, die pap naar binnen lepelt. Zie je het? Ik zal je eens zeggen wat dat is: lelijkheid. Mensen zijn lelijk. En dom. Ze worden slechts gedreven door angst of jaloezie of, weet ik het, kleingeestige haatgevoelens zo nu en dan. En het internet bood zich gewoon aan als medium voor al die lulkoek. Het is het trieste, onvermijdelijke gevolg van het min of meer onderwijzen van de massa. Dit krijg je als je elke idioot de duizelingwekkende macht van een spuitbus en een muur verleent. Neem het verzachtende effect van een fysiek lichaam weg, al die nederig stemmende imperfecties, of bij sommige mensen de druk van sociaal gewenst gedrag, en voilà! Ik heb die lelijkheid lang geleden al gezien. Ik leer snel, dat heb je inmiddels vast wel door. Ik begreep veel eerder dan anderen hoe het allemaal in elkaar steekt. Heb gezien welke kant het op gaat. En toch heb ik er de laatste weken meer last van. Misschien komt dat gewoon door te veel blootstelling; zo veel te moeten zien van al die lelijke mensen die hun nietige, zinloze levens leiden. Toen ik gisteravond in het gedimde licht van mijn hotelkamer zat, kwam ik steeds weer uit bij dezelfde vraag: wat heeft het allemaal voor zin? Al die woorden, al mijn energie in dienst van… wat eigenlijk?’

           Aan de andere kant van de tafel zit Rob enthousiast te knikken. Hij slikt, legt zijn vork neer, dept zijn mond met een punt van het servet.

           ‘Ja, nou, precies,’ zegt hij. ‘En het zijn natuurlijk dat soort inzichten… daarom ben je in deze tijden nou juist zo’n cruciaal geluid, Lenny.’


 

Fragment uit Universeel, Natasha Brown, De Geus, september 2025, ISBN 9789044551082