De Penderwicks aan zee

De Penderwicks aan zee

Hoera, het is vakantie! De zusjes Penderwick verheugen zich op twee weken lang avonturen beleven in een schattig klein huisje aan de Amerikaanse kust, samen met Hond, hun lievelingstante Claire en hun lievelingsjongen Jeffrey. Skye maakt zich stiekem ook een beetje zorgen. Want oudste zus Rosalind gaat niet mee, en dat betekent dat zij, Skye, de Oudste Beschikbare Penderwick is. Zij moet dus alles in goede banen leiden. Dat blijkt deze zomer een nogal grote uitdaging!


Dit is het derde deel van de onvergetelijke Penderwickreeks; helaas zijn deel 4 en 5 niet in het Nederlands verschenen. Uitgevers, meld u! U zult er geen spijt van krijgen. De Penderwick-boeken worden veel uitgeleend in de bibliotheek en ik heb van verschillende kinderen gehoord dat ze reikhalzend uitkijken naar de volgende delen!


✻ ✻ ✻


‘Hoi,’ zei Jane, maar nog steeds zonder haar zus aan te kijken. ‘Niet boos worden, alsjeblieft.’

Skye kwam zo snel overeind dat ze bijna achteroverviel. De laatste keer dat Jane gezegd had dat ze niet boos moest worden, had ze net haar neus tot moes geslagen.

‘Wat is er aan de hand, Jane? Wat doe je met die schaar?’

‘Niets bijzonders, gewoon nog meer wensen doen.’

Met een plotselinge ruk van haar hoofd wendde Jane haar gezicht naar Skye. De krullen aan de linkerkant van haar hoofd waren bijna tot aan haar oor weggeknipt.

Skye zette het op een gillen, net als toen met de neus, en stampte rond in het zand als een boze beer. Wat kon Jane in een halfuur nou gebeuren? Ja, wat kon Jane eigenlijk in een halfuur gebeuren? Behalve dat ze gek werd en zichzelf een knipbeurt gaf zoals een peuter dat zou doen?

De anderen kwamen eraan: Mercedes hijgend en opgewonden, Jeffrey met Batty stuiterend op zijn rug en Hond, die ‘foute boel, foute boel’ blafte omdat hij Skye had horen gillen en wist wat dat betekende.

‘Wat is er? Wie heeft dat met Janes haar gedaan?’ vroeg Jeffrey aan Skye, die haar best deed te stoppen met rondstampen.

Jane gaf antwoord. ‘Ikzelf. Ik werd opeens heel kwaad. Skye, je zou ervan onder de indruk zijn geweest.’

‘Ben je boos geworden op je haar?’ vroeg Batty, terwijl ze van Jeffreys rug gleed. Dat begreep ze wel, veel beter dan doodgaan voor nodes.

‘Niet echt.’ In een flits, voordat het in iemand op kon komen om haar tegen te houden, knipte Jane weer een stukje haar af en wierp dat in de kring stenen, en nu zag iedereen het hoopje slappe donkere krullen dat daar al op het zand lag.

‘O nee, daar hebben we de Vuurgod weer,’ zei Jeffrey, want Jane was aan het zingen:


Vuur, Zand, Zee en Maan,

Luister nu en hoor mij aan

Hier vraagt u een nederig mens:

Vervult u alstublieft mijn wens.


‘Dat doet ze al de hele tijd,’ zei Mercedes. ‘Ik heb geprobeerd haar tegen te houden, maar ze wilde niet naar me luisteren.’

‘Is ze gek geworden?’ vroeg Batty, terwijl ze Hond vasthield bij wijze van morele steun.

‘Ja,’ antwoordde Skye somber, ‘en het is allemaal mijn schuld. Jane, geef hier die schaar.’

‘Nee.’ Maar voordat ze hem opnieuw kon gebruiken, had Jeffrey hem al weggegrist.

‘Genoeg geknipt,’ zei hij. ‘En, Skye, het is mijn schuld. Ik had je niet moeten overhalen om haar alleen te laten.’

‘Ik had niet naar je moeten luisteren. Het was mijn verantwoordelijkheid.’

‘Ik ben mijn eigen verantwoordelijkheid, dank jullie wel. En als ik van jullie geen haar meer mag afknippen, zal ik het moeten doen met wat ik al heb.’ Jane pakte een doosje lucifers uit haar zak. ‘Je zou blij moeten zijn dat ik het vuur niet heb aangestoken toen ik alleen was, Skye. Wat verantwoordelijk van me, vind je niet? Maar nu we er allemaal zijn, ga ik het aansteken, een klein vuurtje maar… en dan tellen mijn wensen echt.’

‘Geen vuur,’ zei Skye, en Jeffrey pakte ook de lucifers af.

Jane deed een halfslachtige poging om ze terug te krijgen, maar het was duidelijk dat ze het niet met overgave deed, want haar woede was in rap tempo aan het wegsijpelen, en een tel later had ze zich in Jeffreys armen laten zakken, verslagen, met een hele stroom tranen over haar diep ongelukkige gezicht, dat omrand werd door haar toegetakelde haar. Batty en Hond gingen beschermend om haar heen staan, en Skye richtte zich tot Mercedes.

‘Nou, vertel op, wat is er gebeurd?’

‘Ik moest van Dominic aan Jane dat gedicht teruggeven dat ze had geschreven…’

‘Dominic! Ik wist het,’ gromde Skye.

Mercedes liet haar hoofd hangen. ‘Ik schaam me ervoor bij de familie Orne te horen.’

‘Dat is niet zo belangrijk. Vertel me over de ode… het gedicht.’

‘Ik kwam dus hier en gaf het aan Jane, en ik wist het niet, ik zweer het, maar Dominic had iets op de achterkant geschreven. Toen Jane zijn briefje had gelezen, was ze een tijdje heel stil. Toen zei ze dat we wensen moesten vragen van de Vuurgod, en ze ging de schaar en de lucifers halen en ze legde me uit wat ik moest doen, en ik knipte een piepklein stukje van mijn haar af en wenste… uh, Jane zei dat ik aan niemand moest vertellen wat ik wenste, maar ik wenste dat ik niet meer van mijn fiets zou vallen.’ Mercedes keek even naar Batty, die knikte. Dat was een goede wens.

‘Ga door,’ zei Skye.

‘Jane pakte de schaar en knipte haar gedicht in stukjes en gooide die tussen de stenen, en ze knipte een groot stuk van haar haar en gooide dat er ook bij, en ze krijste bijna, en toen ze het nog een keer deed, ging ik jou zoeken.’ Mercedes stopte en wierp een treurige blik op Jane, die nog steeds in Jeffreys armen hing. ‘Volgens mij is haar hart gebroken.’

‘Niet mijn hart,’ snikte Jane, ‘maar mijn trots is gebroken. Ik ben een idioot en een debiel, een loser en een watje en…’

Jeffrey onderbrak haar. ‘Dat is wel genoeg. Kun je zelf staan?’

‘Natuurlijk.’ En ze ging staan, met zoveel waardigheid als maar mogelijk was in zo’n situatie. ‘Hoe erg ziet mijn haar eruit?’

‘Heel erg,’ zei Batty.

‘We moeten het gewoon een beetje bijknippen,’ zei Skye. ‘Nou, meer dan een beetje.’

Jane voelde voorzichtig aan wat er over was van haar bos krullen, en er rolden weer een paar tranen over haar gezicht. ‘Geef me de schaar terug, dan doe ik het zelf.’

‘Niet nú. Ben je gek!’

Wat Skye op dat moment het liefste in de wereld wilde – en ze wilde het zo graag dat ze zelfs overwoog de Vuurgod erom te vragen – was Dominic Orne tegen de grond slaan en hem door het stof laten kruipen en hem laten smeken om vergiffenis. En na het kruipen en smeken zou hij berouw moeten tonen door iets speciaals te doen. Zoals zijn eigen haar afknippen. Ja, dat was het! Skyes vingers jeukten om de schaar te grijpen en achter hem aan te gaan tot ze hem had.

‘Geduld,’ zei Jeffrey streng.

Hij had gelijk, zoals altijd. Ze zou moeten wachten voor ze wraak kon nemen. Het was nu haar taak om Jane veilig bij tante Claire te krijgen. Tante Claire wist meer over harten en haar dan Skye ooit zou weten. Dus hielpen zij en Jeffrey Jane het strand af en naar het huisje, waar tante Claire net het terras op liep.

‘Tante Claire, we hebben een ongelukje gehad,’ zei Skye, waarop ze een reeks zeer expressieve gezichtsuitdrukkingen liet volgen die betekenden: Zeg alsjeblieft niet al te veel over wat je nu te zien krijgt, namelijk Jane.

Wonder boven wonder begreep tante Claire het ook nog, en behalve dat ze klungelde met een van haar krukken en gevaarlijk wiebelde totdat Jeffrey haar opving en haar in een stoel liet zakken, lukte het haar om kalm te blijven.

‘Een ongelukje,’ herhaalde ze, slechts met een iets hogere stem dan normaal. ‘Ja, ik zie het.’

‘Ik heb mijn haar afgehakt,’ zei Jane. ‘Het enige mooie aan mij.’

‘Je haar is niet het enige mooie aan jou, maar ik begrijp het niet…’ Tante Claire stopte en keek naar de anderen. ‘Zijn er nog anderen die hun haar hebben geknipt? Hond misschien?’

‘Alleen Jane,’ zei Batty, en ze gaf Hond een geruststellend klopje om hem ervan te verzekeren dat ze zijn haar niet zouden knippen.

‘En het is mijn schuld,’ voegde Mercedes eraan toe. ‘Omdat ik bij de familie Orne hoor.’

Jane schudde haar hoofd. ‘Niemand heeft hier schuld aan behalve ikzelf. Skye probeerde me te waarschuwen, maar ik wilde niet luisteren. Ik was een uilskuiken. Een imbeciel. Een dom…’

‘Niet doen,’ zei Jeffrey.

‘…kop.’ Ze begon opnieuw te huilen.

Tante Claire stak haar armen naar haar uit. ‘Jane, kom bij me op schoot zitten, liefje. Vertel eens waarom je vindt dat je een uilskuiken bent geweest.’



Fragment uit De Penderwicks aan zee, Jeanne Birdsall, Uitgeverij Van Gennep, oktober 2011, ISBN 9789461640666




Share by: